In Nederland zijn niet veel tempels uit de Romeinse tijd gevonden, het kan zijn dat ze er wel waren maar zijn vergaan door de jaren heen.

de badhuizen

In de Romeinse tijd waren er veel badhuizen, daar konden mensen zich wassen en konden ze baden.

Je kwam binnen in een omkleedruimte. Die heette het apodyterium. Daar kleedde je je uit en legde je je spullen in een kastje.

Als je wilde, kon je naar buiten gaan om wat te worstelen of een andere sport te doen op het sportveld. Dat heette het palaestra. Zo'n sport deed je dan naakt. Daarna kun je weer naar binnen gaan om wat te baden.

Als je wilde, kon je naar buiten gaan om wat te worstelenof een andere sport te doen op het sportveld. Dat heette het palaestra. Zo'n sport deed je dan naakt. Daarna kun je weer naar binnen gaan om wat te baden.

Deze baden waren bedoeld om te wennen aan de warmte. Na het tepidarium kwam je in het caldarium. Dat was een hete en vochtige ruimte vol met stoom, een soort sauna van nu.

Daarna keerde je weer terug naar het tepidarium om wat uit te rusten. Hier kon je ook gemasseerd worden of met olie ingesmeerd worden door de slaven van het badhuis. Met een scherpe schraper haalden zij het vuil van je lichaam af. Daarbij werd ook het lichaamshaar weg geschoren. Zo'n schraper heette een strigilis.

De forten

De forten in Romeins Nederland stonden langs de Limes, om de grens te beveiligen. Tussen de forten lagen wachttorens.

In een fort staan allerlei gebouwen. De meeste hiervan zijn de barakken, waar de soldaten slapen. Dit zijn langwerpige huizen. Met een groep van 8 soldaten (een contubernium) moet je een vrij kleine kamer delen, maar gelukkig staan daar stapelbedden.

Zo’n contubernium krijgt ook een opslagkamer voor de wapenrustingen. Aan het einde van de barakken is een veel grotere kamer. Hier woont de centurio. Hogere officieren hebben een veel groter eigen huis in het fort.

Nederzettingen zijn militaire vestigingen die werden gebruikt om indringers op afstand te houden